OUTOFPAPUA database: Lexicons of the West Papuan language area

van Hoëvell (1876a): Ambon Malay

Original citation: van Hoëvell, G.W.W.C. 1876. Vocabularium van vreemde woorden voorkomende in het Ambonsch-Maleisch benevens korte opmerkingen over dit locaal-Maleisch en verder enige Ambonsche spreekwoorden, eigenaardige uitdrukkingen en gezegden te Ambon gebruikelijk. Dordrecht, Blusse en Van Braam.

Search entries

Total entries: 912
1 23 10
Headword IPA Glosses
af(g)ekêraf(ɡ)eker

‘rejected’; ‘afgekeurd’

afioenafiun

‘spinning top, made of bamboo’; ‘bromtol, van bamboe vervaardigd’

ajam kapadoeajam kapadu

‘ko. fowl, capon’; ‘een kapoen’

ajer ponoehajer ponuh

‘high tide’; ‘pënoeh’; ‘vloed’

äkordêrakorder

‘accord’; ‘menjaga’; ‘accorderen’

aktenakten

‘act of appointment’; ‘acte van aanstelling’

alan-alanalan-alan

‘phosphorescence at sea’; ‘phosphoerescentie op zee’

älarmalarm

‘noise’; ‘larm’

äleale

‘you’; ‘gij’

alfanetialfaneti

‘pin’; ‘speld’

Alifoeroealifuru

‘inhabitants of mountainous areas of Seram’; ‘bergbewoners van Ceram’

aling-alingaliŋ-aliŋ

‘slow at’; ‘langzaam aan’

amanapoenjoamanapuɲo

‘oldest of kapala-kapala dati on Seram’; ‘toewan negori’; ‘oudste der kapala-kapala dati op Ceram’

amanisalamanisal

‘basket, braided from loleba, in the form of two funnels on top of each other, the upper open and the lower open, used to catch small fish’; ‘een korfje, gevlochten van loleba, in den vorm van twee trechters op elkaar, waarvan de bovenste open en de onderste gesloten is, gebruikt om kleine visch te vangen’

ambil soemanganambil sumaŋan

‘voodoo whereby when a person is angry at someone, he makes a doll from gaba-gaba in the form of his enemy and shoots at that doll or puts it to it, believing that the enemy will now get sick’; ‘wanneer de inlander op iemand gebeten is, dan maakt hij eene pop van gaba-gaba, die eenigzins de gedaante heeft van zijn vijand en schiet op die pop of steekt er naar. Hij gelooft dat die vijand nu ziek zal worden’

amboe-amboeambu-ambu

‘greenery with which the village is decorated upon the receipt of highly placed persons’; ‘'t groen, waarmede men de negorijen versiert bij den ontvangst van hooggeplaarste personen [jonge klapperbladeren]’

anaianai

‘child, young child’; ‘kind, jong ana(q)

anak parisianak parisi

‘children, who at the arrival of high-ranking officials in the Moluccas, receive them under the performance of war dancing’; ‘de kinderen, die bij de komst van hooggeplaatste ambtenaren in de Molukken, deze ontvangen onder 't uitvoeren van krijgsdansen’

anamakainanamakain

‘cousin, kin term used by boys to refer to their female cousins that they can marry’; ‘zusters kinderen [meisjes] door hunne neven, deze veroorloven zich over en weer allerlei vrijheden en huwen dikwijls zamen’

ana(q) badointjiana(q) badointʃi

‘awkward child’; ‘lastig kind’

andarinjoandariɲo

‘k.o. wicker’; ‘soort van haft’

ande-andeande-ande

‘maybe’; ‘misschien’

andjing ajerandʒiŋ ajer

‘someone who goes to a party without being invited’; ‘iemand, die, zonder genoodigd te zijn, naar eene partij gaat’

angin badjalan forsaaŋin badʒalan forsa

‘it is windy’; ‘het waait hevig’

angin palwinaŋin palwin

‘katabatic wind, fall winds, strong downwards rush of wind’; ‘valwind’

anioenaniun

‘small round pillow or better said a ring of the roenet kalapa manufactured and put on by women for when they carry something on their heads’; ‘klein rond kussentje of liever een ring van de roenoet kalapa vervaardigd en door de vrouwen op 't hoofd gelegd als zij daarop iets moeten dragen [keko], evenals bij ons de pottevrouwen doen’

antoniantoni

‘flying fish’; ‘vliegende visch’

aoeau

‘interjection signalling reluctance (often used)’; ‘tusschenwerpsel, dat beteekent dat men een tegenzin in iets heeft (wordt dikwijls gebezigd)’

arlosiarlosi

‘watch (corruption of Dutch horloge)’; ‘verbastering van horloge’

aroe-aroearu-aru

‘flat wooden spoon for sago jap to stir and mix’; ‘platte houten lepel om sagoepap om te roeren en aan te mengen’

ârtäpelartapel

‘potato’

assalasal

‘as, has the power of melaininkan’; ‘als, heeft de kracht van melainkan

assarasar

‘smoke dry’; ‘in den rook droogen’

atitinatitin

‘basket carried by women on the head, woven either from rotan (Haruku) van hahesi or loleba (Saparua and Nusalaut)’; ‘mandje, hetzij van rotan [Haroekoe] van hahesi of loleba [Saparoea en Noesalaoet] gevlochten, dat door vrouwen op her hoofd gedragen wordt’

atjoeatʃu

‘harpoon used to catch turtles’; ‘werplans of harpoen om schildpad te vangen’

babasobabaso

‘rinse, wash’; ‘basuh’; ‘spoelen, wasschen’

babatobabato

‘trade, carry out trade’; ‘handeldrijven’

babato(q) teringbabato(q) teriŋ

‘have tuberculosis’; ‘de tering hebben’

badatibadati

‘do a collection, collection funds’; ‘eene kollecte doen, gelden inzamelen’

bädedebadede

‘hypochondriac, overly sensitive’; ‘hypochondrisch kleinzeerig’

badjalan poesitabadʒalan pusita

‘pay a visit’; ‘eene bezoekreis maken’

badoegalbaduɡal

‘inflamed, said for example of a finger with a splinter’; ‘ontstoken, gezegd bijv. van een vinger waar een splinter in geraakt is, ook wel in figuurlijke beteekenis gebruikt’

baflakbaflak

‘stained’; ‘bevlekt’

bagahibaɡahi

‘make a guttural sound, sometimes accompanied by spitting, signaling disgust’; ‘een rogchelend geluid maken, soms vergezeld van spuwen, ten teeken dat men een afkeer van iemand heeft’

bagarolobaɡarolo

‘struggle, break free’; ‘zich losrukken, worstelen’

bageabaɡea

‘sago meal baked in a sago leaf with finely mashed canarium nuts’; ‘sagoemeel in een sagoeblad gebakken met fijn gestampte kanari’

bailelebailele

‘sail up and down with an orembaai’; ‘met een orembaai in triomf ergens voorbij of liever op en neer varen’

baileobaileo

‘town hall’; ‘raadhuis’

bajar borsbajar bors

‘pay a contribution to the hunting guild’; ‘contributie betalen aan de schutterskas’

bakar fagëti lontbakar faɡeti lont

‘set off fireworks’; ‘vuurwerk afsteken’

bakar lontbakar lont

‘set off fireworks’; ‘vuurwerk afsteken’

bakibaki

‘tray’; ‘presenteerblad’

bakoebaku

‘each other, reciprocal’; ‘elkander, wederkeerig’

bakoe bintingbaku bintiŋ

‘game in which you kick each other in the calves’; ‘spel waarbij men elkander tegen de kuiten schopt’

bakoe senabaku sena

‘pass each other’; ‘elkander passeren’

bakoe sipatbaku sipat

‘border’; ‘grenzen’

balagoebalaɡu

‘have quirks’; ‘nukken hebben’

balagoe panggal-panggalbalaɡu paŋɡal-paŋɡal

‘have quirks’; ‘nukken hebben’

bälakbalak

‘beam’; ‘balk’

balewenbalewen

‘make life or noise’; ‘leven of rumoer maken’

baliangbaliaŋ

‘stink, also figuratively’; ‘stinken, ook figuurlijk’

balingangbaliŋaŋ

‘present oneself confidently by waving the arms while walking’; ‘zich bij 't loopen een zeker air geven door met de armen te zwaaijen’

balingkoe kamaribaliŋku kamari

‘restless’; ‘geen rust in zijn lijf hebben’

balingkoe kasanabaliŋku kasana

‘restless’; ‘geen rust in zijn lijf hebben’

balobobalobo

‘fish species’; ‘vischsoort’

banianbanian

‘k.o. shirt, worn by Christian inhabitants’; ‘baadje, zooals de inlandsche Christenburgers dragen’

bantal pölo(q)bantal polo(q)

‘ko. long round cushion’; ‘rolkussen’

bantingbantiŋ

‘beat, measure using a specific seize’; ‘smijten, 't afpassen met eene maat’

baratbarat

‘k.o. weight’; ‘bahra, bahar’; ‘gewigt van 560 A’

baroeabarua

‘flat wooden pinang box, in which fisherman store hooks, bait etc’; ‘platte houten pinangdoos, waarin de visscher ook zijn njonjao en matakail bewaart’

bâsbas

‘boss’; ‘toekang’; ‘baas’

basoeêtbasuet

‘sweaty’; ‘basoear’; ‘bezweet’

basoempahbasumpah

‘sign up, register to marry’; ‘aanteekenen, ondertrouwen’

batempelbatempel

‘die, for example, of glasses, very filthy, and are covered with dirt’; ‘beduimeld bijv. van glazen, zeer smerig, als met vuil beplakt zijn’

batergbaterɡ

‘tease, mock’; ‘plagen, tergen’

batoe sipatbatu sipat

‘boundary stone’; ‘grenssteen’

batoe telabatu tela

‘paving stone’; ‘vloersteen, plavuis’

bebasbebas

‘free’; ‘vrij’

bekar pitoribekar pitori

‘illuminate’; ‘illumineren’

bëlasbelas

‘task, give so. a task to do something’; ‘belasten, iemand met iets opdragen’

belokbelok

‘sail with the wind’; ‘bij den wind zeilen’

berkoetiberkuti

‘play marbles’; ‘knikkeren’

bermain tangan balagoebermain taŋan balaɡu

‘have long fingers’; ‘lange vingers hebben’

bersalinbersalin

‘dress’; ‘zich kleeden’

betabeta

‘I, 1st person singular pronoun’; ‘ik, persoonlijk voornw. enk. 1 persoon’

bia bilalobia bilalo

‘smooth shell used for polishing’; ‘gladde sculp [muis] voor dat doel gebruikt’

bidenbiden

‘midwife’; ‘eene vroedvrouw’

bidji kölôtbidʒi kolot

‘testicles’; ‘testiculi’

bikin hio-hiobikin hio-hio

‘make a stir, cause a disturbance’; ‘opschudding maken’

bikin mawebikin mawe

‘consult the omens, see something coming’; ‘de voorteekenen raadplegen, iets te weten komen’

bilalobilalo

‘polish’; ‘polijsten’

binkinbinkin

‘short-tempered’; ‘bengis’; ‘opvliegend, van een onaangenaam, lastig humeur zijn’

bïntingbintiŋ

‘pieces of midrib threaded on a wire, used to chase fish’; ‘stukken gaba-gaba aan een touw geregen, gebruikt om de visch op te jagen’

biroebiru

‘green’; ‘groen’

blaoeblau

‘blue’; ‘blaauw’

blehbleh

‘coil like a snake’; ‘kronkelen als van een slang’

bobaboba

‘yaws’; ‘frambosia’

bobarahbobarah

‘large fish species’; ‘groote vischsoort’

boeang kaoelbuaŋ kaul

‘incantation for a storm at sea’; ‘bezwering van storm op zee’

boeboernêbuburne

‘pearl sagu, as it is made in Ambon’; ‘parelsagoe, zooals die te Ambon vervaardigd wordt’

1 23 10